top of page

Geldzorgen? Je bent niet alleen. In gesprek met arm en rijk.

Bijgewerkt op: 6 dec. 2023

Geld: het is misschien wel het meest genoemde argument voor een leven vol concessies. Natuurlijk zijn we benieuwd naar een ander leven; naar iets wat echt klopt. Maar de vrees voor een significante daling in de persoonlijke AEX-index schreeuwt harder dan het stemmetje dat op fluistertoon vraagt waartoe we nu eigenlijk echt in staat zijn. Om die reden probeer ik in een aantal blog posts de thema’s geld en geldzorgen te duiden. 

 

Want iets wat zo bepalend is, wil je op zijn minst toch beter begrijpen. 

 

Kletsen over knaken

Om de rol van geld in het leven van mensen beter te begrijpen ben ik de afgelopen periode met verschillende mensen in gesprek gegaan. In de gesprekken ging het me niet om concrete uitgavenpatronen of budgetplannen, maar over geld als potentiële bron van zorgen. 

 

Voor een mooi contrast ging ik met zowel relatief arme als relatief rijke mensen in gesprek.

 

Wat versta ik dan onder ‘relatief arm’ en ‘relatief rijk’? Relatief arm zie ik als: goed op moeten letten bij al je uitgaven, hopen dat je het redt deze maand en weinig bezit hebben. Relatief rijk zou je kunnen omschrijven als: dagelijkse uitgaven hebben weinig impact op het financieel geheel, een aardig vermogen (>100K) en het bezitten van een huis, grond, enzovoorts. 

 

Heb niet met het CBS gebeld om te checken of dit goede definities zijn, maar ’t geeft een beetje een denkrichting.

 

Over het CBS en gedegen onderzoek doen gesproken: het gaat hier niet om grote, representatieve steekproeven – ik baseer dit verhaal op uitspraken van ongeveer tien mensen. De insteek is niet om met harde conclusies te komen; meer om een eerlijk en algemeen beeld te schetsen. Een algemeen beeld dat, denk ik, voor velen herkenbaar is.

 

Laat ik beginnen met de mensen met relatief weinig geld.

 

Korte termijn zwaait de scepter

Wat het meest opvalt bij de mensen met relatief weinig geld is de focus op de korte termijn. Alles draait om de vraag: hoe kom ik deze maand rond? Ze besparen op eten, kunnen geen substantiële voorraad aanleggen, stellen grote uitgaven uit en wanneer ze bepaalde medische behandelingen nodig hebben maar deze gepaard gaan met kosten, hopen ze dat het probleem zich vanzelf oplost. 

 

Hun geldsituatie is een constante bron van zorgen en stress en ze hopen dat het tij ooit zal keren. 

 

Of dat tij zal keren, is vaak nog maar de vraag. Ze lijken zich redelijk machteloos te voelen over de hele situatie.

 

En die Dagobert Duckjes dan?

In gesprek met de relatief rijken zie ik dat het thema geld ook voor hen beladen is. Ze maken zich zorgen over de hoge kosten die ze hebben en vrezen dat het uiteindelijk allemaal verkeerd afloopt. 

 

Want hoe meer geld je hebt, des te meer je uitgeeft. Je investeert in huizen, bedrijven, aandelen, crypto, goud en grond, waar vervolgens van alles mee kán gebeuren (“Stort de euro in? Of de aandelenmarkt? Verdampt mijn vermogen?”) of van alles mee móet gebeuren (opzetten, verbouwen, uitbouwen, enzovoorts). 

 

Ook de levensstandaard is automatisch een stuk hoger. Er gaat meer geld naar etentjes, uitjes, vakanties, scholen, kleding en noem het maar op. Best vaak ‘leuke dingen’, maar ze leggen wel extra druk op de financiën en worden al snel beschouwd als een must.

 

Intensiteit 

Al met al hadden de relatief rijken daarmee net zo goed veel geldzorgen. Alleen waren deze zorgen niet zozeer gericht op de korte termijn, maar juist op de langere termijn. 

 

Vallen die zorgen van de relatief rijken dan eigenlijk in het niet bij de zorgen van de armen? Qua ernst van de situatie natuurlijk wel: iemand met een aardig vermogen heeft het beter dan iemand die nét genoeg eten koopt om het de komende dagen te redden.

 

Maar als ik kijk naar hoe beide groepen met geld bezig zijn en hoeveel ze erover nadenken op een gemiddelde dag, dan ervaarde ik eigenlijk weinig verschil.

 

Ook de relatief rijken gaven aan ’s nachts wakker te liggen. Ook zij zijn bang om in een situatie te belanden van financieel gebrek. 

 

En ook zij praatten heel de dag door op zichzelf in.

 

Een greep uit een gesprek:

 

Ik: “Hoe zien die zorgen er dan uit, wat gaat er in je om?”

 

Interviewee: “Het is gewoon een constante oprakeling van probleemgedachten in mijn hoofd. Ik denk aan kostenpost X, verbouwing Y en probleemgeval Z en zie dan wat er momenteel binnenkomt en dan gaat het meteen van: dit gaat mis.”

 

Ik: “En welke conclusie verbind je daar dan aan?”

 

Interviewee: “Dat ik iets moet doen! Ik moet iets doen om de problemen op te lossen. Maar ik weet niet precies wat en ik doe al wat ik kan.”

 

Ik: “Klinkt intens... Heb je een manier gevonden om ermee om te gaan?”

 

Interviewee: “Nou, dan vertel ik mezelf: je hebt het heel goed, besef even hoe mensen in land A of B leven.”

 

Ik: “En, helpt dat?”

 

Interviewee: “Twintig seconden.”

 

Iedereen gestrest?

Het gaat hier natuurlijk maar om een paar gesprekken. Toch zeggen die gesprekken gevoelsmatig wel iets. In bijna alle 1-op-1-coachinggesprekken die ik de afgelopen tien jaar heb gevoerd, kwam het thema geld als kleine of grote stressfactor naar voren. 

 

Denk aan uitspraken als:

 

 “Het is moeilijk om na te denken wat mijn ideale werk zou zijn, omdat ik vooral stress heb over mijn vrijwel lege bankrekening.”
“Ik wil X wel doen, maar kan ik mijn rekeningen dan nog wel betalen?”
“We hebben het financieel nu eindelijk op de rit, dus ik vind het vooral belangrijk om alles te houden zoals het is. Ja, natuurlijk heb ik dromen, maar ik heb ook verantwoordelijkheden.”
“Ik zou zo graag stoppen bij bedrijf Y, maar ja, wat dan? Moet er niet aan denken om in de WW te komen.”
“Hoe ga ik ooit iets verdienen als ik geen idee heb welke richting ik op wil?”

 

Uiteindelijk zag ik tussen alle mensen die ik ooit gesproken heb vooral overeenkomsten. Of het nu om multimiljonairs of arme studenten ging; bijna allen bleken zich (al dan niet stiekempjes) zorgen te maken om geld en allen leken te wachten op een toekomst waarin aan bepaalde financiële doelstellingen was voldaan. 

 

Want tja... Pas als schaapje X op het droge is, zouden ze écht kunnen ademhalen.

 

Veni, vidi, vici 

Onlangs las ik een artikel van Mark Manson waarin hij zich afvraagt wat nu precies de overeenkomst is tussen therapie, mediteren en ‘journaling’ (vroeger heette dat geloof ik in je dagboek schrijven). 

 

Zijn conclusie is dat deze technieken je helpen om iets wat subject is tot object te maken. Met andere woorden: je gaat niet langer je denken en je zorgen zijn – je gaat ernaar kijken. 

 

Op die manier ontstaat de mogelijkheid om je denken en doen beter te begrijpen, waardoor je een actieve(re) keuze kunt maken over wat je wel en niet gelooft en in welke gedachtegangen je wel en niet in investeert. 

 

Dat is een heel andere tactiek dan ertegen vechten, het wegwuiven of jezelf aan de hand van rationele argumenten vertellen dat het allemaal wel meevalt. Bij dit soort technieken zie je meestal dat de stressgedachte twee minuten later – of eerder – weer voor je neus staat. 

 

Instagramgoeroe Yung Pueblo verwoordt dit hele verhaal minimalistischer, maar niet minder treffend:

 

“observe. accept. release. transform.”

 

Aye! On it, Yung.

 

>> Dit was het tweede artikel in een serie over geld en geldzorgen. Het eerste artikel vind je hier


Geldzorgen en stress om geld: overkomt bijna iedereen
Stressmomentje?

Bron afbeelding: Mirza Babic / Unsplash



bottom of page